Pagina's

28-07-2019

West Highland Way



Inleiding

Na verschillende meerdaagse tochten op mijn eentje of met mijn Oostenrijkse vriend Robert heb ik besloten om dit jaar met een groepje op stap te gaan, namelijk met De Ronsers. Ik heb al verschillende weekends met hen meegemaakt en maandelijks ga ik wandelen met De Midweekstappers, een “afdeling” van De Ronsers. Het gezelschap is meestal tof en de zwaarte van de tochten komt gewoonlijk overeen met mijn mogelijkheden en voorkeur. Het aanbod om de West Highland Way te stappen onder de begeleiding van Hermien sprak me meteen aan en ik stuurde een mailtje om me in te schrijven; blijkbaar was de groep al na een paar uren volzet en ik was te laat. Gelukkig kwam er enkele dagen later een bericht dat er een tweede groep kon gevormd worden onder de begeleiding van Carlo en ik schreef me onmiddellijk in. Uiteindelijk gingen we dus met twee Ronsergroepen op stap: de groep van Hermien vertrok op 29 mei, onze groep met Carlo een dag eerder, op 28 mei.

Carlo reserveerde alle overnachtingen op voorhand, in jeugdherbergen, bunkhouses of bed-and-breakfasts. Tijdens de voorbereiding kwam het voorstel om bagagevervoer te voorzien; we besloten een pakket (maximum 20 kg) telkens met tweeën te delen wat de kosten drukte en ruimschoots volstond om met een lichte rugzak te kunnen stappen. De heen- en terugreis werd door iedereen afzonderlijk geboekt.

De groep bestaat uiteindelijk uit 5 vrouwen en 2 mannen; leeftijd tussen 43 en 69 jaar, ik ben de oudste… 

Dinsdag 28 mei
Gent – Glasgow


Ik vertrek met Brussels Airlines vanuit Brussel naar Edinburgh en heb op de luchthaven afgesproken met Griet en Katrien die dezelfde vlucht nemen. De anderen vertrekken met Ryanair vanuit Charleroi en vliegen rechtstreeks naar Glasgow. Wanneer we rond 15.30 u (plaatselijke tijd) in Edinburgh aankomen krijgen we snel onze bagage te pakken en een half uurtje later stappen we op de bus (Citylink) die ons rechtstreeks naar Glasgow brengt.  De laatste kilometers heeft de bus een beetje last van het spitsuurverkeer in de agglomeratie, maar rond 17.30 u stappen we af in het volle stadscentrum (Buchanan Bus Station). Op een kwartiertje wandelen we naar onze overnachtingsplaats: Euro Hostel aan Clyde Street. Even later komen Carlo en de andere groepsleden ook aan; zij hebben al een eerste stadsverkenning achter de rug. We installeren ons in de comfortabele kamers en gaan daarna samen iets eten in The Crystal Palace, een Wetherspoon-pub in de nabije omgeving, goed voor de kennismaking (voor zover nog nodig) en de groepssfeer. Maar we gaan op een deftig uur slapen: voor sommigen (de Ryanair-reizigers) was het een zeer lange dag en voor iedereen geldt een uur extra dag wegens het tijdsverschil.




Woensdag 29 mei
Glasgow

Terwijl we aan de ontbijttafel zitten ziet het weer er behoorlijk uit: afwisselend zon en wolken. Carlo heeft voor vandaag een uitgebreide stadswandeling voorbereid, het weer zou kunnen meevallen. Maar dat is buiten de Schotse wisselvalligheid gerekend: na vijf minuten wandelen langs de Clyde begint het te regenen; uiteraard laten we ons daardoor niet afschrikken.

Door een groot park wandelen we langs het People’s Palace en de Doulton Fontain om uiteindelijk op de heuvel met de grote necropolis te belanden. Van hieruit hebben we een mooi uitzicht op de kathedraal en de stad, maar het is ook een verstillende belevenis om tussen de monumentale oude graven te wandelen; de grijze druilerige lucht draagt bij aan een passende sfeer. Een bezoek aan de Sint-Mungokathedraal hoort er natuurlijk ook bij: de meesten onder ons hebben nog nooit eerder gehoord van de heilige wiens graf zich in de crypte bevindt en we leren heel wat over zijn legendarisch leven… Na deze geestesverrijkende ervaring wandelen we verder door het stadscentrum en voelen we stilaan de behoefte aan een fysiek versterkende activiteit; deze vinden we in een gezellig internetcafé onder de vorm van een stevige soep of andere gezonde snack.

Wintertuin van het People's Palace

Doulton Fountain

Necropolis

De namiddagwandeling voert ons naar een totaal ander stadsgedeelte, maar tijdens de doortocht van het centrum kunnen sommigen niet weerstaan aan de shoppingverleidingen: het wordt een moeilijke keuze tussen een kilt- en een outdoorshop, maar uiteindelijk wint de laatste het. Vanuit het centrum steken we de rivier Clyde over en we wandelen langs de zuidelijke oever door een nieuw ontwikkeld stadsgedeelte: een woonwijk en een aantal moderne kantoor- en evenementengebouwen. Het mooie wandelpad langs de rivier is hier en daar onderbroken (“private”), dus we kunnen onze spoorzoekerskwaliteiten al wat oefenen. Na een paar uurtjes belanden we in een “Café Jacques”, genoemd naar onze landgenoot Brel waar thee en koffie onze toch wat verkilde ledematen kunnen opwarmen.


Langs de Clyde

Voor het laatste gedeelte van de wandeling klimmen we richting Kelvingrove Park en de universiteit. Het park is een aangenaam stuk natuur en de indrukwekkende universiteitsgebouwen (de universiteit dateert van 1450) brengen ons Inspector Morse in herinnering: erg Britse sfeer. In het park poseren de vrouwelijke groepsleden bij “Scotland’s Tree of the Year 2015” met een herdenkingsplaat ter ere van de “World-changing achievements of women”. Carlo is zodanig onder de indruk dat hij wat gedesoriënteerd raakt en we in totaal drie keer voorbij deze boom passeren: het begint op een bedevaart te lijken…


Lord Kelvin in zijn park

Women of the year...

University of Glasgow

University of Glasgow

We blijven in de universitaire buurt voor een afspraak met onze Ronservrienden van de groep van Hermien: zij zijn vandaag aangekomen en we gaan samen eten. De ontmoeting in het Italiaans restaurant Zizzi is uitbundig en we verbroederen alsof we al een hele tocht achter de rug hebben… Maar na het diner scheiden onze wegen: wij sporen met de metro richting Euro Hostel en kruipen op tijd in ons bedje, want morgen wordt het pas serieus!




Donderdag 30 mei
Milngavie – Drymen: 19 km

We moeten op tijd opstaan want om 8.13 u vertrekt onze trein vanuit Central Station naar Milngavie. Na het ontbijt stappen we in de regen naar het station. Eens op de trein wordt nog wat bagage herschikt in de tassen voor het bagagevervoer; wanneer we rond 8.45 u aankomen staat het busje van AMS ons op te wachten en kunnen we ons ontdoen van enkele kilo’s.


Via de supermarkt wandelen we naar het centrum van Milngavie waar we het officiële vertrekpunt van de West Highland Way vinden. Uiteraard moeten hier wat foto’s worden genomen en dan zijn we er helemaal klaar voor. Het heeft warempel opgehouden met regenen.


We wandelen langs een riviertje, eerst door een soort parkgebied, maar al snel in echt bosgebied. Het pad klimt lichtjes, al gauw ontvouwen zich brede uitzichten over een golvend landschap en stappen we tussen groene weiden en bloeiende struiken. Ondertussen regent het even, dan weer niet meer, dan weer wel…





Rond 12.00 u bereiken we Glengoyne Distillery, een paar honderd meter opzij van het pad, langs de baan. Onze nieuwsgierigheid naar de fabricatie van de Schotse godendrank leidt ons onherroepelijk naar de witte gebouwen. Een geleid bezoek duurt 45’ en start pas om 13.00 u; om niet teveel tijd te verliezen beperken we ons tot een bezoek aan de shop, met een klein proevertje en enkele koopjes. En dan gaat het verder, door de weiden, naar een gezellig uitziende pub, de Beech Tree Inn, waar we een lichte lunch kunnen gebruiken. Sommigen kunnen niet weerstaan aan de verlokking van een dessert wat het aantal calorieën aardig opdrijft. We leren er ook dat het een lokale gewoonte is om enige druppels azijn over de frieten te sprenkelen, een gebruik dat we niet overnemen.




Ondertussen hebben we ook een flinke regenbui kunnen vermijden, maar in de loop van de namiddag maken we nog ruim voldoende kennis met dit Schots fenomeen. Dit kan de pret niet drukken, maar we zijn niet ontevreden wanneer we rond 17.15 u het dorp Drymen bereiken. We logeren er in de “Kip in the Kirk”, een vroegere kapel die omgebouwd is tot een charmante B&B. De lady-of-the-house ontvangt ons met zelfgebakken scones en lekkere thee: een leuke verrassing. En daarna kunnen we nog kiezen of we al dan niet een warmwaterkruik in bed willen! We slapen in stapelbedden in een zeer ruime slaapzaal.



Voor het avondmaal hebben we gereserveerd in de nabijgelegen Drymen Inn. Het is er erg druk, we moeten lang wachten op onze bestelling en niet iedereen is enthousiast over de maaltijd. Eerste les: lokale gerechten (bijvoorbeeld een pie) zijn het meest betrouwbaar, een salade bevat niet altijd de beloofde ingrediënten… Daarna kunnen we nog inkopen doen in de lokale supermarkt (open tot 22.00 u!) en wenkt stilaan het bed, al dan niet met warmwaterkruik.


Vrijdag 31 mei
Drymen – Rowardennan: 22,5 km

Het ontbijt wordt opgediend in een half afgescheiden ruimte in de slaapzaal: bijna ontbijt op bed dus. Er is fruitsap, thee, koffie, havermout, brood, confituur, fruit, yoghurt… alles verzorgd en lekker.
Het weer is opnieuw regenachtig, dus worden in de supermarkt nog enige capes en paraplu’s gekocht. Na een kort stukje langs de verkeersweg wandelen we op een mooi pad tussen weiden en bossen en klimmen we geleidelijk wat hoger. Bij een halte onder de bomen manifesteren zich de eerste midges, niettegenstaande de druilerige regen.









Het pad klimt verder, stilaan ook iets steiler, naar Conic Hill, in totaal ongeveer 250 meter. We wandelen door schapenweiden, over beekjes en bruggetjes. De wolken verhinderen een echt weids uitzicht, maar beantwoorden aan al onze stereotype beelden over Schotland. We zijn niet ontevreden dat we niet echt over de top van Conic Hill moeten en volgen dus niet het voorbeeld van enkele jonge die-hards. We passeren de col even onder de heuveltop en geleidelijk ontvouwt zich een betoverend uitzicht over Loch Lomond, met kleine eilandjes die boven de mistwolken uitsteken. De afdaling is een stuk steiler dan de beklimming en door de regen is het pad verraderlijk glad.




Conic Hill

Zicht op Loch Lomond

Ondertussen goed doorweekt komen we aan in het dorpje Balmaha. Het is niet echt picknickweer, dus we zoeken onderdak in de lokale pub, zoals trouwens heel veel wandelaars: de inkomhal staat vol kletsnatte rugzakken en regenkledij, iets waarvan de uitbater duidelijk niet opkijkt… De beginnende dienster heeft het wat moeilijk met onze bestellingen, maar alles komt goed: bij een stevige soep of een ander klein gerechtje verzamelen we nieuwe krachten. We raken ook gewend aan de regen- en zweetdampen die uit onze kleren ontsnappen.





Na onze middagpauze stappen we, al dan niet in de regen, langs de oever van Loch Lomond. De neerslag heeft ook de beekjes die het pad kruisen doen zwellen; bij één van deze hindernissen trek ik dan maar mijn stapschoenen uit en waad ik op (aldus niet tevergeefs meegebrachte) sandalen door het water, maar de anderen vinden even opzij toch een droge oversteek. Het pad loopt door een bosrijke omgeving, al dan niet met uitzicht op het meer. Terwijl het even niet regent nemen we nog een pauze aan een kleine aanlegsteiger, de laatste loodjes beginnen te wegen en een stuk later dan verwacht bereiken we Rowardennan Youth Hostel. Het is ondertussen al 18.30 u, maar we kunnen eten om 19.30 u: OK dus!

Langs Loch Lomond



Rowardennan Youth Hostel

Uitzicht vanaf het Youth Hostel
In de jeugdherberg is een droogkamer die reeds goed gevuld is met regenkledij en versgewassen spullen; de temperatuur benadert deze van een sauna en de geuren zijn moeilijk te beschrijven, maar achteraf blijkt het een efficiënte oplossing. De hostel is ingericht in een stijlvol, groot landhuis, gelegen aan de oever van het meer. Vanuit de ruime salons hebben we een prachtig uitzicht en sommigen dommelen in slaap in de zachte zetels. 


Zaterdag 1 juni
Rowardennan – Inverarnan: 22,5 km

Na een stevige nachtrust treffen we mekaar aan de ontbijttafel. We opteren voor een continentaal ontbijt, maar een “full breakfast” is ook mogelijk, tegen extra betaling. Het regent warempel niet. Na een fotoshoot op het terras gaan we opnieuw op stap langs de oever van Loch Lomond. Het pad loopt in het bos, afwisselend dichtbij of even weg van de waterkant, met mooie doorkijkjes.






’s Middags houden we halt aan Inversnaid Hotel, vlakbij een mooie waterval die in Loch Lomond uitmondt. Het vrij luxueus hotel heeft een afzonderlijke ruimte voor trekkers: in de inkom laat je schoenen en rugzak achter, in een afzonderlijke zaal kan je je eigen picknick eten en aan de bar naast het restaurant snacks en drankjes kopen. Op kousenvoeten over het tapijt in de lobby van een keurig hotel lopen, het is een aangename sensatie. Gastvrijheid voor wandelaars is hier geen ijdel woord!

Waterval bij Inversnaid



Het is nu al de hele dag droog en ook ’s namiddags blijft het zo. Zon en wolken wisselen mekaar af. We wandelen door bos en tussen echte bloemenweiden, maar regelmatig is er ook heel wat klauterwerk over rotsen en kronkelende paadjes. In de late namiddag kunnen we zowaar onze vermoeide leden uitstrekken op een strandje aan de noordelijke oever van Loch Lomond. Maar daarna volgt nog een pittige klim van ongeveer 150 meter waarna we afdalen naar de bedding van de rivier Falloch die hier in het meer uitmondt. Via een bruggetje bereiken we de drukke A82 waarlangs onze overnachtingsplaats ligt: The Drover's Inn (Pub of the Year 1705, aldus de tekst op de T-shirts van het personeel).













We logeren in twee- of driepersoonskamers; twee ervan bevinden zich in het oude gebouw, de andere in een soort huisjes van meer recente datum, aan de overkant van de baan. Zij die in het oude gebouw logeren spreken van een soort spookhuis, maar blijkbaar toch gezellig… We eten in de stemmige pub en horen daar plots ook Nederlands praten: blijkbaar is hier nog een zevenkoppig groepje Vlamingen neergestreken die vanaf morgen ook een stuk van de West Highland Way gaan stappen: vijftigers die ooit samen afgestudeerd zijn. We zullen mekaar nog wel ontmoeten… 

Drover's Inn (op zondagmorgen...)

Zondag 2 juni
Inverarnan – Tyndrum: 19,5 km

We nemen een stevig ontbijt: mits een extraatje te betalen kunnen we ook van enkele warme ingrediënten genieten. Het weer is regenachtig, dus een beetje extra energie zal van pas komen.
We stappen nog even terug langs de A82, steken opnieuw het bruggetje over en bereiken de camping waar we gisteren ook zijn langsgekomen. Het winkeltje is open en we kunnen wat fruit en snacks kopen, maar ook de paraplu’s en capes hebben succes; de eerder aangekochte exemplaren blijken immers een zeer beperkte levensduur te hebben…

In de druilerige regen volgen we de rivier Falloch die hier vrij wild stroomt. We klimmen geleidelijk oor een landschap met weiden en schapen. Na een tweetal uren zien we een afslag met aanduiding van “shops and services”; dit klinkt verleidelijk, dus kiezen we voor deze variante. Door een mooi bos dalen we af naar het dorp Crianlarich; ik realiseer mij dat we straks dit stuk wel opnieuw zullen moeten klimmen… In het dorp vinden we een kleine supermarkt die blijkbaar goed afgestemd is op de passerende wandelaars: het is open op deze zondagmiddag, naast snacks en dranken zijn er ook regencapes te koop en buiten staan twee picknicktafels. Gelukkig regent het even niet en kunnen we rustig genieten van onze lunch.






Wegens een opkomende pijnlijke ontsteking in het been heeft Katrien het even lastig en besluit ze van hieruit de trein te nemen naar onze overnachtingsplaats Tyndrum; Griet houdt haar gezelschap. Met de anderen klimmen we langs een alternatieve kortere route terug naar het pad van de West Highland Way. Het gaat op en neer door het bos, de lucht klaart stilaan op en we krijgen mooie vergezichten te zien. Af en toe, wanneer we even halt houden, blijken de midges ook wakker te zijn. We dalen opnieuw af, nu in de vallei van de Fillan, kruisen de verkeersweg en de spoorweg, steken de rivier over en wandelen tussen de schapenweiden. In Kirkton bereiken we een archeologische site met een begraafplaats waar stenen uit de zevende eeuw zijn gevonden en de ruïnes van een priorij uit de dertiende eeuw; in de vroege middeleeuwen zou Sint-Fillan hier zijn neergestreken vanuit Ierland om de Schotten en de Picten tot het christelijk geloof te bekeren. Even later komen we aan een camping met een aanlokkelijk terras waar we in de zon kunnen genieten van een drankje. Het zondagmiddaggevoel is compleet. Daarna is het slechts nog een paar kilometer over een vlak parcours naar Tyndrum.






Oude grafstenen bij Kirkton

Ruïne van priorij uit 13e eeuw



We komen aan in het By The Way Hostel waar Katrien en Griet onze bagage reeds in onze gereserveerde bunkhouse hebben geplaatst; we beschikken over een deel van het gebouw: twee slaapkamers met stapelbedden en een gemeenschappelijke ruime living met keuken. De kamers zijn aan de kleine kant en het aantal douches beperkt in verhouding tot het volledig aantal kamers, maar we redden ons uiteraard wel. Na het klassieke ritueel van wassen en plassen wandelen we naar een levendige pub in het dorp waar Katrien en Griet al hebben gereserveerd voor het avondmaal. Daarna kunnen we in de nabijgelegen shop nog wat proviand inslaan voor de komende dagen, want vanaf nu zullen we langs niet veel winkeltjes meer komen. En dan is het weeral bedtijd… 

Maandag 3 juni
Tyndrum – Inveroran: 14,5 km

Het weer is terug in de oude plooi gevallen: regen. We ontbijten in een snackbar; ik kies deze keer voor de stevige variant: een “full Scottisch breakfast” met bonen, tomaat, ei, worst, blackpudding, haggis, paddestoelen en… koffie.

Het wandelpad blijft in de vallei, parallel aan de spoorweg en de A82. We stappen tussen de weiden, over een modderpad en plassen, met beekjes die de voeten nat houden, dit alles gecombineerd met een stevige wind en “af en toe” een regenbui. Het terrein is vrij vlak en we bereiken Bridge of Orchy, een eeuwenoude brug, al om 12.00 u. Dit is de enige “bewoonde” plek op onze route van vandaag en we maken dankbaar gebruik van de bar van het hotel waar we onze eigen picknick mogen verorberen, mits we ook een drankje  gebruiken. Misschien hebben zich toch al wat specifieke geuren verzameld in onze kledij, want het kan geen toeval zijn dat de kelner het raampje van het eetzaaltje opent wanneer we ons goed en wel hebben geïnstalleerd… Katrien besluit om van hieruit de bus te nemen naar onze volgende overnachtingsplaats Kingshouse.





Bridge of Orchy
Na een pittige klim door het bos bereiken we een heuveltop. Het laatste stuk is onbeschut en er staat een hevige wind. We worden beloond met een mooi uitzicht over Loch Tulla en de kronkelende riviertjes die het voeden. Dan volgt een afdaling naar het afgelegen hotel Inveroran waar we in de gezellige bar van een drankje kunnen genieten. Aanvankelijk was het de bedoeling om te logeren in Bridge of Orchy of in Inveroran, maar op het ogenblik van de reservatievraag was alles al volzet. Daarom heeft Carlo een taxi geregeld die ons van hieruit naar Kingshouse zal brengen waar we tweemaal overnachten; dezelfde taxi zal ons morgenvroeg naar hier terugbrengen zodat we het volledige traject plichtsgetrouw te voet kunnen afleggen.


Loch Tulla




Een uurtje na een telefoontje komt de taxi ons ophalen en na een rit van ongeveer twintig kilometer komen we aan in Kingshouse Hotel, gelegen langs de A82. We logeren er in een bunkhouse met meerdere groepskamers en een gemeenschappelijke living en keuken. Er is ook een droogkamer, dus het is een ideaal moment voor een klerenwasje vermits we hier toch tweemaal overnachten.
Het vrij recent gebouwd hotel ligt op een plek waar zich reeds in 1750 een herberg voor reizigers bevond. Het is ondermeer afgestemd op wandelaars, mountainbikers en wintersportliefhebbers die naar het vlakbij gelegen Glencoe-skigebied komen. De grote ramen van de bar bieden een mooi uitzicht op de omringende bergen en de wisselende wolkenformaties in de lucht. Het landschap is hier helemaal anders dan de voorbije dagen: we bevinden ons op een hoogvlakte met enkel lage begroeiïng, tussen bergtoppen tot ongeveer 900 meter. We hebben ruim de tijd om te genieten van de omgeving, de gezellige bar en een lekker avondmaal. 


Dinsdag 4 juni
Inveroran – Kingshouse: 16 km

Om 9.30 u komt de taxi ons ophalen om ons terug naar Inveroran te brengen waar we de draad van de West Highland Way weer kunnen opnemen. De chauffeur vertelt dat Ian Fleming, de auteur van de James Bondromans hier heeft gewoond. Een groot deel van de gronden zijn nu eigendom van een Belgische familie die belangen heeft in het concern van Stella Artois; misschien verklaart dit de aanwezigheid van ons Belgisch bier in de bar van Kingshouse?

We volgen hier al een hele tijd het tracé van een oude militaire weg. We klimmen langzaam over glooiend terrein met lage begroeiïng, waterplassen en beekjes; rondom zien we de bergtoppen. Het weer is andermaal wisselvallig, maar het blijft voldoende droog zodat we kunnen picknicken in een put die wat beschutting biedt tegen de wind. Er zijn in de omgeving meerdere dergelijke plekjes, maar sommige zijn net iets te dikwijls als toilet gebruikt… We genieten ondertussen van de weidse uitzichten.























Na de middag naderen we al snel onze bestemming en rond 14.00 u bereiken we het Glencoe Mountain Resort van waaruit we Kingshouse zien liggen. We nemen de tijd om in het café rustig een koffie of thee te drinken. Rond 15.30 u komen we terug aan in Kingshouse: het is een beetje thuiskomen en na de douche en andere rituelen nestelen we ons in de bar met mooi uitzicht op de omgeving. Het rondwandelend hert geniet ook onze belangstelling. Wolken en zon wisselen mekaar af, maar uiteindelijk begint het terug flink te regenen.


In de verte: Kingshouse

Aangezien Katrien morgen terugkeert naar huis besluiten we nog eens allemaal samen in het restaurant te gaan eten. Niettegenstaande de kelner de bestelling (viermaal vis, tweemaal lamsfilet, eenmaal vegetarisch) herhaaldelijk controleerde worden na enige tijd vier borden met vlees opgediend… De fout wordt hersteld (de borden worden terug meegenomen), maar nu moeten we wel een hele tijd wachten op onze overigens lekkere schotels. De organisatie van het restaurant kan dus beter; we vermoeden dat de meeste personeelsleden van buitenlandse (Oost-Europese) origine hier nog niet zolang werken… 


Woensdag 5 juni
Kingshouse – Kinlochleven: 14,5 km

Na het ontbijt nemen we afscheid van Katrien en vertrekken we in een druilerige regen langs een vrij vlak pad, nog steeds het tracé van de oude militaire weg. Een viertal kilometer verder vatten we de beklimming aan naar Devil’s Stair Case: van ongeveer 300 naar 550 meter, langs een kronkelend bergpaadje. Op het einde gaat het vrij steil, maar na drie kwartier staan we allemaal op de winderige col. Dus: even op adem komen en de afdaling aanvatten, steeds met weids uitzicht over meertjes en riviertjes.

Kingshouse vroeger...

... Kingshouse nu


Op naar Devil's Stair Case









We stellen vast dat we wel heel vroeg zullen aankomen en stoppen nog even om een hapje te eten. De midges laten echter geen ontspannen picknick toe en al snel zijn we weer op weg. We passeren nog een indrukwekkende pijpleiding naar de waterkrachtcentrale in het dal. Later vernemen we dat de aanleg hiervan is gestart tijdens de Eerste Wereldoorlog, met behulp van Duitse krijgsgevangenen.
Het is amper 13.30 u wanneer we aankomen bij Blackwater Hostel die pas om 15.00 u zijn deuren opent. We gaan dus nog maar iets drinken in de bar van het nabijgelegen sportcentrum, geïnstalleerd in een gerenoveerd fabrieksgebouw, waar we het schouwspel aan de klimmuren (inclusief een ijsmuur) kunnen volgen. En sommigen moeten weerstaan aan het aanbod van koopjes in de winkel met wandelkledij.






Het hostel serveert geen maaltijden, maar er is wel een ruime keuken. Nadat we ons hebben geïnstalleerd spreken we af dat we zelf voor ons ontbijt zullen zorgen en daarvoor gaan we wat inkopen doen in het dorp. ’s Avond gaan we lekker eten in de gezellige Highland Getaway Inn en daarna maken we nog een wandelingetje. Er is nog tijd voor een puzzel- en kletsuurtje. Het groepje Belgen die we eerder hebben ontmoet logeert hier ook. 

Kinlochleven

Donderdag 6 juni
Kinlochleven – Glen Nevis: 22 km

We genieten van ons zelf klaargemaakt ontbijt en vertrekken voor onze laatste etappe. Er valt andermaal, met tussenpauzen, een druilerige regen. Al snel gaat het stevig bergop, door het bos, maar daarna krijgen we een mooi uitzicht over de wijde omgeving, met Kinlochleven in het dal. Daarna stappen we langs bergweiden en volgen we grotendeels een brede vallei, tussen de bergtoppen van 700 – 900 meter. We picknicken op enkele rotsblokken naast het pad: een aangenaam terras, op dat ogenblik in de zon.

Zicht op Kinlochleven






Het weer blijft droog tot we de Ben Nevis in zicht moeten krijgen. Dan pakken de wolken zich samen en begint het stevig te regenen. We hebben besloten om niet door te stappen tot Fort William, maar een vijftal kilometer eerder af te dalen in de vallei waar de jeugdherberg ligt, bij Glen Nevis. We zijn andermaal doornat wanneer we onze bestemming bereiken: een waardige afsluiter van onze tocht!










Carlo aan het werk...


De jeugdherberg is modern en comfortabel ingericht, ideaal om terug op adem te komen en onze kleren te drogen. ’s Avonds gaan we eten in het restaurant op een paar honderd meter afstand: lekker en een goede prijs-kwaliteitverhouding!


We maken ondertussen ook wat plannen voor morgen. De weersomstandigheden zijn niet echt motiverend om de beklimming van de Ben Nevis (zo een 1300 meter) te programmeren. We moeten er ook rekening mee houden dat we morgenavond nog een taxirit van ongeveer 25 kilometer voor de boeg hebben naar onze volgende overnachtingsplaats in de buurt van Glencoe (hier in Glen Nevis hebben we geen plaats meer kunnen reserveren) en daar kunnen we niet eten… We voorzien dus eerder een toeristisch bezoek aan Fort William en omgeving als afsluiter.

Vrijdag 7 juni
Glen Nevis – Fort William - Glencoe

Op vrijdagmorgen worden we wakker met een stralende zon: het Schotse weer zorgt altijd opnieuw voor verrassingen. Toch houden we vast aan ons plan voor een toeristisch bezoek aan Fort William, maar we moeten natuurlijk de laatste 5 kilometer nog te voet overbruggen. Onderweg passeren we het "oorspronkelijke" einde van de West Highland Way. Maar pas een eind verder in het stadscentrum vinden we het "officiële" eindpunt en kunnen we poseren bij het beeld van de vermoeide wandelaar.











Daarna pikken we nog een leuke boottocht mee in de baai voor Fort William waarbij we een kolonie zeehonden van dichtbij kunnen observeren. En de Ben Nevis zien we liggen in de stralende zon: een dwingende uitnodiging om toch nog eens terug te komen!





’s Avonds brengt een taxibusje ons naar de jeugdherberg van Glencoe, rustig gelegen op een viertal kilometer buiten het dorp.

Zaterdag 8 juni – Maandag 10 juni
Glencoe – Edinburgh - Gent

Goed uitgeslapen genieten we van het ontbijt. We profiteren van het mooie weer (!) om nog een wandeling in de omgeving te maken, in een brede vallei met mooi uitzicht. De zon inspireert ons tot het zingen van een lied van Jan De Wilde: “Daar is de lente, daar is de zon… De meisjes ontbloten de kuiten…”. Daarna stappen we – met alle bagage – naar het centrum van Glencoe waar overigens niet veel valt te bezichtigen, behalve het monument ter nagedachtenis van de moordpartij op de Mac Donalds-clan, in 1692 gepleegd door de Campbell-clan. We kunnen er wel genieten van een drankje op een terras en van een stevige lunch.

Glencoe: omgeving van de jeugdherberg

Glencoe bushalte

De bus van City Link brengt ons in een drietal uur naar Glasgow waarbij we verschillende plekjes van onze West Highland Way in snel tempo terugzien. Daarna gaat het per trein naar Edinburgh, in het gezelschap van een bonte verzameling jongeren (hoofdzakelijk meisjes) die blijkbaar op weg zijn naar een optreden van de Spice Girls. Wij beperken ons tot een avondwandeling en een etentje in de buurt van de jeugdherberg.

Op zondag en maandagvoormiddag hebben we nog ruim de tijd om de stad te verkennen. Op maandag keren we terug naar België, in het gezelschap van Schotse voetbalsupporters. Hun gezang blijft in de oren hangen: “A Scottish voice makes a lot of noise, everywhere we go…”


Edinburgh

Edinburgh: Nationaal Monument op Calton Hill


A Scottish voice... 

Nabeschouwingen en praktische informatie

De West Highland Way is de oudste bewegwijzerde wandelroute in Schotland en heeft mede daardoor een zeker iconisch karakter. Ze verbindt de grootste Schotse stad (Glasgow) met de hoogste berg van Groot-Brittannië (Ben Nevis). Over een afstand van 152 kilometer doorkruist ze verschillende topografische streken: van “lowland” tot “highland”, door weiden en bossen, langs rivieren en moerassen.

Technisch gezien is de tocht niet moeilijk: het pad is meestal goed begaanbaar, behalve enkele stukjes langs de oever van Loch Lomond. De hoogteverschillen zijn relatief klein, hoewel de weg natuurlijk zelden vlak is. Een belangrijk element is wel het zeer wisselvallige weer: van de acht stapdagen hebben wij één dag zonder regen meegemaakt. De vraag was niet of het zou regenen, maar wel wanneer en hoelang. Aangepaste kledij is dus een vereiste, evenals een humeur dat zich niet laat verpesten door nattigheid. De regen kan ook de paden gevaarlijk glad maken zodat wandelstokken geen overbodige luxe zijn.

De bewegwijzering op het terrein is voldoende, maar toch beperkt. Aanduidingen van afstanden ontbreken grotendeels, evenals informatie over overnachtingsplaatsen. Deze informatie is wel te vinden op de officiële website van de West Highland Way: https://www.westhighlandway.org/ Daar kan je ook gps-tracks downloaden. Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van de Osmand-app op mijn smartphone waarop de route ook ingetekend staat.

De overnachtingsmogelijkheden langs het pad zijn niet erg talrijk. Wij hebben gelogeerd in bed-and-breakfast, pensions, bunkhouses (groepsaccommodatie) en jeugdherbergen. Deze waren enkele maanden op voorhand gereserveerd en toen bleken sommige voorzieningen reeds volzet te zijn.

De start- en eindplaats van de West Highland Way zijn goed te bereiken met openbaar vervoer, van en naar Glasgow. Het is ook mogelijk op verschillende plaatsen onderweg om over te schakelen op trein of bus. Informatie hierover is te vinden via de volgende website: 

Wij hebben gebruik gemaakt van bagagevervoer via AMS; informatie hierover vind je op de website:  https://www.westhighlandway.org/accommodation/ams-scotland/